Over Mediërend leren®

Mediërend Leren bevordert de groeikansen van elk mens. De mediator ML ontwikkelt samen met hem/haar denkmiddelen, denkstrategieën en denkattitudes. Op basis daarvan kan hij/zij meer profijt halen uit het directe contact met prikkels en uit de ervaringen die geboden worden in het dagelijkse leven. We willen een blijvende verandering bij onze cliënten bewerkstelligen met betrekking tot zijn/haar manier van ontwikkelen. Hierbij werken we in de Zone van de Naaste Ontwikkeling, zoals gedefinieerd door Vygotsky.

Het concept Mediërend Leren, zoals dat ontwikkeld is door Stichting StiBCO, baseert zich op de theorie van Structurele Cognitieve Modificatie van prof. Feuerstein sr. en het werk van eenieder die op basis van deze theorie een vertaalslag heeft gemaakt, zoals o.a. de professoren Klein, Tzuriel, Greenberg, Haywood en Gouzman.
Met betrekking tot de sociale en emotionele ontwikkeling baseert het concept zich o.a. op de professoren Greenspan, Dösen en Erikson.
Ook Metacognitie en spel, gestoeld op de theorie van prof. Hessels-Schlatter, heeft zijn plaats gekregen binnen het concept Mediërend Leren.

Mediërend Leren is onder te verdelen in 3 pijlers. Deze pijlers zijn gebaseerd op de theorie van de Cognitieve Structurele Modificatie van prof. Feuerstein sr.:

Pijler 1: Denkstimulerende omgeving en materialen

Er is sprake van een denkstimulerende omgeving, waarin gebruik wordt gemaakt van denkstimulerende materialen en werkvormen.
Bijbehorende begeleidingsprogramma’s zijn onder andere het Instrumental Enrichment Program, MISC, Bright Start en Cognet, Tactile programma van prof. Gouzman en Metacognitie en spel van prof. Hessels-Schlatter. Bijbehorende diagnostiek bestaat uit het L.P.A.D.materiaal van prof. Feuerstein sr. en het materiaal t.b.v. Dynamic Assessment van prof. Tzuriel.

Pijler 2: Mediatie

Er is sprake van een wederzijdse, doelgerichte, gestructureerde, ontwikkelingsgerichte én liefdevolle interactie tussen een mediator en een gemedieerde gericht op:

  • het ontwikkelen van leerdisposities bij de gemedieerde om optimaal profijt te trekken van zijn ervaringen teneinde adequaat om te gaan met en te anticiperen op toekomstige (leer)situaties.
  • het ontwikkelen van cognitieve en metacognitieve vaardigheden, zodat de gemedieerde een zelfregulerend, autonoom en verantwoordelijk persoon wordt

Bij deze specifieke interactiestijl wordt gebruik gemaakt van meerdere mediatiecriteria. Het doel van deze criteria is het pedagogisch-didactisch handelen van de mediatoren te analyseren en op een systematische manier weer te geven. 

Pijler 3: De omgekeerde piramide van cognitieve bouwstenen

Cognitieve functies zijn de bouwstenen van het denken. Door deze bouwstenen te definiëren kunnen we verhelderen waarom sommige leer- en ontwikkelprocessen vlot en soepel en andere juist moeizaam verlopen. Om de cognitieve functies te kunnen begrijpen heeft Emiel van Doorn de omgekeerde piramide ontwikkeld.


Cliënten worden tijdens mediërende interventies geactiveerd zich de cognitieve functies eigen te maken. Ook worden de cliënten bewust aan het denken gezet en op allerlei manieren aangemoedigd het leerproces te internaliseren en te verwoorden (verbaal en non-verbaal). Ze worden gestimuleerd efficiënter en effectiever na te (leren) denken. Met als doel om binnen hun eigen mogelijkheden en context een zo zelfregulerend mogelijk persoon te worden.

Tijdens mediërende begeleiding staat één deficiënte cognitieve functie centraal. Tijdens een leerpotentieelonderzoek wordt de beheersing van alle cognitieve functies onderzocht. Er wordt in kaart gebracht hoe een cliënt leert en waar zijn/haar ontwikkelmogelijkheden liggen.

Meer informatie?

Voor meer informatie over het concept Mediërend leren verwijzen wij u graag naar StiBCO.